Verhaal van een monument: de Roma
februari 27, 2014 1 reactie
Turnhoutsebaan 286, Borgerhout
Inleiding
Het zijn spannende dagen. Nog even en we weten of België voor het eerst in de geschiedenis van de Oscars het felbegeerde beeldje voor ‘Best Foreign Language Film’ zal wegkapen.
Wat de respectabele leden van de Academy of Motion Pictures Arts and Sciences niet beseffen, is dat enkele sleutelscènes van ‘The Broken Circle Breakdown’ werden opgenomen in de Roma te Borgerhout.
Wie op het einde van de vorige eeuw het verval van de ‘grootste voorstadszaal van België’ heeft meegemaakt, had wellicht nooit durven dromen dat de Roma ooit nog op dergelijke manier zou schitteren.
Niet alleen op het grote, witte doek, maar ook in het echt.
Geschiedenis van de Roma
De voorbije jaren is de ‘rise and fall’ van Ciné Roma al meerdere keren aan bod gekomen in de pers. We beperken ons dan ook tot enkele sleutelmomenten uit de geschiedenis van de majestueuze zaal.
- In 1927 besluit de Borgerhoutse bouwmaatschappij Vooruitzicht een cinema te bouwen op een vrij perceel aan de Turnhoutsebaan. Boven de inkom van de zaal komen er appartementen. De bioscoop krijgt nooduitgangen aan de Appelstraat en de Prins Leopoldstraat. Met 2.000 plaatsen wordt het meteen de grootste zaal van de Antwerpse agglomeratie.
- De naam Roma zou een acroniem zijn van Jean-Baptiste Romeo, stichter van Vooruitzicht, en diens vrouw, Ludvina Malev.
Sommige bronnen verwijzen ook naar ‘Ben Hur’ (1925, Fred Niblo), een film voor een groot deel gesitueerd in Rome én een gigantisch succes in de bouwperiode van de Roma. - De zaal is lange tijd ‘the place to be’ in Borgerhout. Frank Heirman (auteur van ‘Het Paleis om de Hoek’, onmisbaar naslagwerk over het Antwerpse cinemaverleden) weet dat de Roma als multifunctionele zaal werd ontworpen. Een toneeltoren en een 5 meter diep podium maken de Roma dan ook ideaal voor proclamaties, galabals en allerhande variété.
- In 1953 neemt Georges Heylen de cinema over van de groep ‘nv De Roma’. Heylen heeft op dat moment al een aantal zalen in de Antwerpse stationsbuurt (o.a. Ciné Rex) en lonkt nu ook naar bioscopen in de stadsrand.
- Rie Haan, de ‘huisarchitect’ van het Rex-concern, tekent in 1958 plannen voor een grondige verbouwing van de zaal, maar uiteindelijk zal slechts een klein deel hiervan gerealiseerd worden. Zo wordt het plafond in de lange inkomhal verlaagd en aan de zijwanden komen verlichte vitrinekastjes. Het is niet duidelijk of de inkrimping van het aantal beschikbare plaatsen (van 2.000 naar 1.600) in die periode gebeurde.
- Projectionist Paul Corluy herinnert zich dat de eerste Heylen-jaren een enorm succes waren: ‘De Roma was een belangrijke zaal en bracht voor Heylen veel geld op, zoveel als de Astrid en de Savoy samen, die toch allebei op het Astridplein lagen’ (‘Cinema Roma was een droom’, reportage van Frank Heirman in Gazet Van Antwerpen, 21 augustus 1999).
- Eind jaren ’50, begin jaren ’60 begint de crisis in de bioscoopsector. De opkomst van de televisie en de stadsvlucht spelen ook de Roma parten.
Het publiek wil bovendien de nieuwe films zo vlug mogelijk zien. De Roma was geen ‘premièrezaal’ en op bepaalde kaskrakers was het dan ook soms maanden wachten.
De jaren ’70 – vechten om te overleven
Tot mijn scha en schande moet ik bekennen nooit een voet in Ciné Roma te hebben gezet.
Voor een jongen uit het noorden van Antwerpen leek de Borgerhoutse Turnhoutsebaan in de jaren ’70 wel het andere eind van de wereld.
Verder dan Ciné Festa in de Offerandestraat ben ik nooit geraakt.
Wist ik veel dat enkele honderden meters verder nog een aantal cinema’s operationeel waren.
Er was de Victory in de Bothastraat (750 plaatsen, einde activiteiten op 6 mei 1976) en ‘keurbioscoop’ Studio Century aan de Drink (800 plaatsen, last picture show op 2 juli 1976). Het waren zalen die Heylen had verworven in de jaren ’50 en die het Rex-concern mee hadden groot gemaakt.
Lang voor Heylen (quasi-)monopolist was in de stationsbuurt heerste hij al over Borgerhout. Met de recettes die Heylen toen in zijn vier florerende Borgerhoutse zalen haalde (er was ook nog Ciné Luxor, Turnhoutsebaan 327, zaal die sloot in de jaren ’60) financierde hij wellicht een paar bioscoopovernames in het centrum van de stad.
In de jaren ’70 zorgden de stadsvlucht en de demografische wijzigingen in Borgerhout voor een flinke terugval in aantal toeschouwers. Uiteindelijk overleefde enkel de Roma de seventies.
De affiche voor ‘De legende van Bruce Lee’ (1976, Hong Kong) is een tastbaar bewijs dat de Roma het op het einde van de jaren ’70 meer dan moeilijk had.
Goedkope martial arts-films waren in het decennium van Bruce Lee vaak de laatste reddingsboei voor wijk- en dorpscinema’s.
Maar dat een zaal met meer dan 1.000 plaatsen zijn toevlucht moest nemen tot een ondertussen door iedereen vergeten Hong Kong-film van een distributeur gespecialiseerd in Z-films is veelzeggend.
Het Rex-concern moet toen al geweten hebben dat de Roma op sterven na dood was.
Al te vaak werden Excelsior Films (de distributietak van het Rex-concern) geprogrammeerd om de kosten te drukken. En op de echte succesfilms was het soms maanden wachten. Eerst moest immers de commerciële carrière in de centrumzalen achter de rug zijn.
Dit was altijd al zo geweest en was in de gouden jaren niet echt een nadeel geweest voor de Roma. Het publiek was toen eerder gehecht aan een bepaalde zaal, pas in de jaren ’60 werd er meer en meer voor geopteerd om een bepaalde film te zien en dan liefst zo snel als mogelijk.
Niet dat het allemaal kommer en kwel was. Af en toe kregen films die eerder bij concurrent Calypso hadden gelopen nog een tweede kans in de Roma (‘Marathon Man’, ‘An Unmarried Woman’, ‘Piranha’, ‘The China Syndrome’ …).
En wanneer de film van de week een KNT-label had, was er een ‘speciaal jeugdprogramma’ op zaterdag, zondag en woensdag. Dit was dan meestal een Disney-tekenfilm.
De Roma is ook de zaal waar de Antwerpenaar kon kennismaken met de eerste films van Rainer Werner Fassbinder. In 1973 en 1974 was de Roma (samen met Studio Century) de locatie voor ‘Film International’, het filmfestival van de Centrale Antwerpse Filmklub. Een handvol cinefielen zag er films als ‘Die bitteren Tränen der Petra von Kant’ (1972) en ‘Angst essen Seele auf’ (1974), zo’n vijf jaar voor het Duitse wonderkind ook bij het grote publiek erkenning zou vinden met zijn ‘Die Ehe der Maria Braun’.
Dat de Roma niet meteen de meest geschikte zaal was voor een cinefiel festival kunnen we afleiden uit een festivalverslag van toen. Een recensent klaagt over ‘immense en kouwelijke zalen’ (Jean-Pierre Wauters in ‘Film en Televisie’ van april 1974).
In maart 1974 maakten de Antwerpse Kinema Aktualiteiten een sfeerbeeld van het filmfestival. Op het YouTube-kanaal van Patsofilm vonden we het prachtig tijdsdocument terug.
Dat de Roma het nog volhield tot juni 1982 had wellicht te maken met de inkomsten uit optredens en variété.
Je kan een boek vullen met de namen die ooit op het podium van de Roma hebben gestaan: Roy Orbison, Cliff Richard, Olivia Newton-John, Paul McCartney, Lou Reed, James Brown …
Wie de programmatie van de late jaren ‘70 bekijkt, kan niet anders dan vaststellen dat de zaal toen al een ‘volksschouwburg’ was.
Alles was mogelijk in de Roma. Van de hardrock van Japan en AC/DC en de punk van Iggy Pop en The Stranglers over de humor van Gaston en Leo en Sjef Van Oekel tot ‘de verkiezing van de mooiste bodybuilder van België’ en een ‘Elvis Memorial Day’.
Maar ook de ‘Balletten van Tahiti’ en ‘Ein Abend in Wien’ konden op heel wat belangstelling rekenen.
Uiteindelijk verloor Heylen alle interesse in de Roma. In de vroege jaren ’80 ging veel geld naar de uitbreiding van het zalenpark in het stadscentrum. Er werd resoluut gekozen voor kleine zaaltjes waar hoop en al honderd zitjes waren (de Ambassades-clubs, de twee zaaltjes in de kelder van de Quellin). Voor een opfrissing van de Roma was er geen budget.
De Roma sloot zijn deuren op 4 juni 1982. Met vertoningen van ‘Enter the Ninja’ (1981, Menahem Golan) en ‘The Black Pirate’ (1976, Sergio Sollima) beleeft de Roma een einde in absolute mineur. Borgerhout bleef een beetje verweesd achter.
Monument in verval
Augustus 1999. De grote vakantie loopt op zijn einde.
De Zomer van Antwerpen organiseert samen met het Antwerpse Filmmuseum een filmfestivalletje met oude 3D-films. Locatie: de sinds 1982 gesloten Ciné Roma.
In de Fnac koop ik een ticket voor de vertoning van ‘Dial M for Murder’ (1954).
De vertoning in de Roma is een unieke kans om deze Hitchcock-klassieker in 3D te zien. De Master of Suspense draaide de film toen Hollywood in de greep was van een eerste 3D-hype (met films als ‘House of Wax’ en ‘Creature from the Black Lagoon’).
Toen ‘Dial M for Murder’ uiteindelijk klaar was voor release had men het al gehad met de ongemakkelijke brilletjes en de film werd uitgebracht in het klassieke formaat.
De verwachtingen waren dus hooggespannen op die zwoele augustusavond. Enerzijds omwille van de film, anderzijds (én vooral) omwille van de kennismaking met de Roma.
De hoofdingang op de Turnhoutsebaan is niet bruikbaar. Over de ganse breedte van het pand is er een automaat voor kruidenierswaren. Dan maar binnen via de nooduitgang in de Prins Leopoldstraat. Vandaar gaat het naar het balkon waar we kunnen plaatsnemen op de pluchen cinemazetels van weleer. Wie naar beneden durft te kijken, ziet hoe erg het met de zaal is gesteld. Alle stoelen zijn uitgebroken. In de plaats kwam een stort van steenpuin, rommel en afval. Paul Corluy spreekt over een ‘tweede Hiroshima’ en vraagt zich af ‘waarom er geen geld is voor de Roma’.
Na de vertoning fiets ik met opkomende hoofdpijn terug naar huis. Die hoofdpijn wijt ik niet alleen aan de 3D-bril. Het heeft eerder te maken met de verpletterende indruk die de Roma heeft nagelaten. Het besef dat de zaal een langzame dood aan het sterven is, maakt me weemoedig en triest.
Gelukkig dat een zekere Paul Schyvens ook een ticket had voor één van de 3D-vertoningen.
Heropbouw van de Roma
Na de roemloze sluiting in 1982 gebruikte een technische school de zaal lange tijd als atelierruimte. Toen daar een einde aan kwam, zette het verval zich in sneltreinvaart verder.
Wie zich een idee wil vormen van de desastreuze toestand van de Roma in de jaren ’90 vindt op de website van Serge Bosschaerts een foto die boekdelen spreekt: http://users.telenet.be/rudolf.bosschaerts/Roma1e.html
Op zeldzame momenten komt het monument weer tot leven. Een toneelvoorstelling van de groep ‘Blauw Vier’ en het 3D-filmfestival doen Rataplan-oprichter Paul Schyvens dromen van meer.
Schyvens durft uiteindelijk te springen en besluit in 2002 de Roma te huren. Zwartkijkers geloven niet in het project, maar met de hulp van honderden vrijwilligers, enkele gulle sponsors en wat subsidies hier en daar verrijst de Roma uiteindelijk uit zijn as. Op 15 mei 2003 mag elke bezoeker van het openingsfeest zelf een stukje van het rode lint doorknippen.
Ondertussen is de Roma al meer dan tien jaar weer ‘een echte volksschouwburg waar iedereen tegen een sociale prijs kan genieten van cultuur en vermaak’ (website www.deroma.be ).
De mooiste ode aan de Roma
De mooiste ode aan Ciné Roma is afkomstig van ex-VRT-journalist Guy Poppe.
Als kind van de Seefhoek groeide hij op tussen de nog welig tierende wijkcinema’s. Maar ‘naar de cinema gaan in de Roma, dat was feest’. Hij sprak de woorden uit in 2007 toen de Roma de Arkprijs voor het Vrije Woord kreeg.
Dankzij de wonderen van het wereldwijde web kan je de tekst van Guy Poppe terugvinden in het boekje dat werd uitgegeven naar aanleiding van die prijsuitreiking: http://dl.dropboxusercontent.com/u/69109867/Ark/Arkboekje%202007.pdf
Toch willen we je een kleine passage hier al meegeven, omdat het een erg mooie illustratie is van filmbeleving in de jaren ’50.
‘De Roma was van ons. Daar gingen we op zondagmiddag naar de cinema, naar ‘Bambi’ kijken, naar ‘Caruso’, met Mario Lanza, de films van Doris Day en Jerry Lewis, Charles Janssens en Co Flower, ‘Ben Hur’ en ‘De Tien Geboden’. Mijn oudere broer ja, die ging op zaterdagavond in ’t stad een filmpje meepikken, maar tegen mij zei mijn moeder: ‘Wacht maar tot hij in de Roma komt’. Daarop kon je je klok gelijk zetten. De affiche op de voorgevel gaf aan welke kaskraker er deze week te zien was, één week en dan gedaan. In de hal hingen de affiches van de prenten die er volgende week te zien zouden zijn en welke kortelings. Dat was Roma-Nederlands voor over veertien dagen. Binnen, achter de glazen toegangsdeuren, in de tweede hal, hing er nog een affiche, naast het bordje verwacht. Die film programmeerde de Roma drié weken later. Het klopte altijd’.
Maar ook VRT-producer Rik Sallaerts heeft warme herinneringen aan de Roma:
‘Wat een grote belevenis was het om ergens hoog op het grote balkon – de goedkoopste plaats – toch nog de zware fluwelen gordijnen te horen ruisen bij aanvang van de vertoning, bij het begin en einde van de reclame, bij de Antwerpse Kinema Aktualiteiten, bij de eerste (korte) film, bij de tweede film … Een ruisen dat oploste in het piepen van mandjes vol ijs en chocoladebonbons die overijverige ouvreuses allang voor de pauze tot ons aller jolijt aanvoerden. En wat te zeggen van de grote bar met spiegelwand, waar een frisdrank uit zo’n enorme ronde coca-cola-box werd opgediept. De Roma bezoeken was toen écht een avondje uit, een spektakel’ (Antwerpen in de 20e eeuw, De Cinema, 1998, Uitgeverij Waanders).
Wie zich verder wil verdiepen in de geschiedenis van de Roma verwijzen we naar de handige en goed gedocumenteerde brochure ‘Cinema Roma, over de Roma en het Rex-concern van Georges Heylen’. Dit kleinood werd in 2003 uitgegeven naar aanleiding van de prachtige tentoonstelling ‘Hollywood aan de Schelde’ (zomer 2003 in de Roma) en is nog steeds verkrijgbaar aan de balie van de zaal.
Uiteraard vind je ook veel informatie in ‘Het Paleis om de Hoek’ (Frank Heirman, uitgeverij BMP, 2006).
Tot besluit wens ik uitdrukkelijk Paul Schyvens en Rob Gielen van de Roma te bedanken voor het bezorgen van enkele foto’s uit het rijke verleden van de Roma.
Als geboren Borgerhoutenaar ben ik zeer dikwijls met mijn ouders en zussen in de Roma, Century, Luxor, Victory geweest. Het is prachtig te weten dat de Roma in zijn volle glorie terug zal verrijzen.
Spijtig genoeg woon ik nu in Spanje, maar bij een eerstvolgend bezoek aan Belgie zal ik zeker eens komen kijken naar die prachtige bioscoop van weleer.
Freddy