Oostende: cinemastad aan zee

Belgische affiche voor de cultfilm ‘Candy’ (1968), vertoond in Ciné Forum te Oostende

 

Nu het volop zomervakantie is, mogen we met deze blog ook even de stadsgrenzen oversteken. We blijven in België en trekken naar de Stad aan Zee: Oostende.

Als kind brachten we heel wat tijd door in de Koningin der Badsteden en tijdens die lange, luie, lome zomers op het einde van de seventies was het niet alleen het strand dat ons kon bekoren.
Een paar honderd meter landinwaarts was het immers heerlijk slenteren van bioscoop tot bioscoop om er foto’s en affiches te bekijken van de films van het moment en de films die werden verwacht.

Op een ruime vierkante kilometer vond je in de Oostendse binnenstad tot begin jaren ’80 van de vorige eeuw een 7-tal bioscopen.
Eind jaren ’50 kon de Oostendenaar nog een keuze maken uit 16 bioscopen! Schrijver en filmregisseur Eric de Kuyper schreef dan ook ‘Voor de veelvreters die we waren , was Oostende tijdens de maanden juli en augustus, een waar paradijs. In de vele bioscopen van de stad, verschenen om de week nieuwe films, films die pas tijdens het winterseizoen in Brussel of elders zouden worden vertoond’.

De bioscopen behoorden tot twee eigenaars, die sinds de jaren ’60 hun publiciteit gezamenlijk voerden onder de noemer ‘Pool van Oostendse Cinema’s’. Enerzijds had je de Rialto-groep (met de zalen Rialto, Corso, Forum en Paris), anderzijds was er de ECO-groep (Exploitatie van Cinema’s te Oostende) met de zalen Capitole, Paris en Metro.

Het programma van de Capitole in de Langestraat kon ik als jonge snaak het meeste smaken. Ik maakte er voor het eerst kennis met James Bond (‘The Man with the Golden Gun’), met Steven Spielberg (‘Jaws’ zien in een overvolle zaal als 13-jarige blijft een herinnering voor het leven) en met Bo Derek (in ‘Orca, the Killer Whale’ is haar been een smakelijke hap voor de zwaardwalvis).

 

Aankondiging van ‘Jaws’ (1975) in ‘Cine News’ van 30/01/1976

 

Ook in de Rialto en de Corso (beiden eveneens te vinden in de Langestaart) en de Paris kwam ik wel eens. In de laatste zaal zag ik op een zwoele zomeravond in augustus 1982 zowaar ‘Casablanca’. De film werd er vertoond voor de spreekwoordelijke vijf man een paardenkop.
De andere cinema’s heb ik nooit aan de binnenkant gezien. Het waren de seventies, crisis in de bioscoopsector, en de Oostendse zalen zochten al te vaak hun toevlucht tot goedkope sexfilms, Franse komedies (de Louis de Funes-films werden er om de haverklap hernomen) en reruns van films die ik eerder al in Antwerpen zag.

De mooiste filmmomenten beleefde ik evenwel in een zaal die buiten het stadscentrum lag: Ciné Orly in de Stuiverstraat, een echte buurtbioscoop, waar je tot diep in de jaren ‘ 70 voor de prijs van één ticket twee films te zien kreeg.
Tijdens het weekend waren dat familiefilms, in de week koos men resoluut voor het licht-erotische genre. Zo herinner ik me een ‘double bill’ met twee films uit de ‘Planet of the Apes’-reeks en tijdens de eerste maanden van 1976 zag ik in de Orly samen met mijn oma ‘Jailhouse Rock’ en ‘Tarzan’s New York Adventure’ (met Johnny Weissmuller), twee zwart-films die toen al een anachronisme waren, maar voor een nostalgicus-in-spe pure verwennerij.

Uitkijken was het ook telkens naar het programmaboekje dat de Oostendse ouvreuses verkochten. De naam ‘Cine News’ dekte volledig de lading: nieuws over de vertoonde films in de lokale cinema’s, aankondigingen van de producties die werden verwacht en internationaal filmnieuws. Dit alles aangevuld met heel wat reclame van lokale handelaars. Wat het geheel bijzonder maakte, was het feit dat je de filminfo in drie talen kon lezen (Nederlands, Frans, Engels). In de Oostendse cinema’s werden de toeristen verwend.

 

‘Cine News’ van 14/01/1972

 

De Antwerpse filmbaron Georges Heylen probeerde begin jaren ’80 voet aan de grond te krijgen in de kuststad. Weliswaar heel bescheiden.
In 1980 had de Oostendse cinefiel Jan Nuytten cinema Metro in de Vlaanderenstraat overgenomen van de ECO-groep. Nuytten gaf de zaal een andere naam (de meer cinefiel-klinkende ‘Studio’) en programmeerde de zogenaamde ‘betere film’. Nobele intenties, maar het Oostendse publiek en de toeristen kozen toch eerder voor mainstream producties. Om het hoofd boven water te houden, ging Nuytten een samenwerking aan met Heylen. De Studio zou voortaan in exclusiviteit voor Oostende de Excelsior-films van Heylen vertonen.
Excelsior Films is in die periode zowat de sterkste filmdistributeur in België en de Studio kan dan ook rekenen op een niet aflatende stroom van commerciële films.
Wanneer Excelsior het in de tweede helft van de jaren ’80 wat moeilijker krijgt en wanneer ook de concurrentie met het vernieuwde Rialto-complex begint te spelen, gooit Heylen de handdoek in de ring. De Studio sluit in 1988 (ondermeer ook omdat de zaal niet meer voldeed aan de nieuwe wettelijke bepalingen inzake veiligheid)

Toch nog een leuk weetje met betrekking tot de Oostendse Studio. Wie er een programma kocht van de ouvreuses kreeg een Westvlaamse versie van de ‘AUB’ toegestopt (het programmafoldertje van de Antwerpse cinema’s). Heylen had ook nog zalen in Brugge en centraliseerde de info over zijn Westvlaamse zalen in één foldertje.

 

De West-Vlaamse ‘AUB’ van 06/03/1981

 

Van de Oostendse cinema’s van weleer is weinig overgebleven. In de binnenstad is er enkel nog de Rialto (nu een complex van zes zalen).
Met de komst van Kinepolis in juli 2007 (naast de Wellingtonrenbaan, even buiten het stadscentrum) is het voor de Rialto echter vechten om te overleven. Met een kwalitatieve programmatie probeert Rialto zich te onderscheiden van haar popcorn-concurrent.

Wie meer wil weten over de Oostende cinema’s hoeft niet ver te zoeken. In 2010 publiceerden Oostendenaars Johan Geuvens en Régis Benoit een meer dan lijvig boek over de opkomst, de succesjaren en  het verval van de bioscopen in de Stad aan Zee.
‘De wonderlijke wereld van pluche en pellicule’ is verplicht leesvoer voor al wie heimwee heeft naar de magische filmbeleving uit de vorige eeuw. De vormgeving van het boek is uiterst verfijnd, de illustraties zijn een feest voor het oog en de auteurs schrijven met een meer dan vlotte pen. Het citaat van Eric de Kuyper bij het begin van deze blog komt uit het voorwoord dat hij schreef voor dit boek.
Wie een voorsmaakje wil van al het goede dat dit naslagwerk te bieden heeft, kan terecht op http://users.telenet.be/bat/cinemaoostende/index.html