‘The Big Red One’: non-conformist Sam Fuller hield van Antwerpen

Het zou een aartsmoeilijke vraag uit ‘De slimste mens ter wereld’ kunnen zijn: wie was of wat weet je over Samuel (Sam) Fuller? De kans dat de kandidaten hierop weten te antwoorden lijkt redelijk klein.
Zelfs bij de modale filmliefhebber doet de naam Fuller nog amper een belletje rinkelen. Wie wil kennismaken met zijn oeuvre moet hopen op een vertoning in een filmmuseum of op zoek gaan naar (moeilijk te vinden) dvd’s. Films als ‘Pickup on South Street’, ‘Merrill’s Marauders’ en ‘Shock Corridor’ leven slechts voort in de herinnering van ware ‘film buffs’.

Wie geen moeite zou hebben met de ‘Slimste mens’-vraag is Antwerpenaar Willy Magiels. Magiels is sinds zijn jeugd bezeten van films en wist die bezetenheid later ook om te zetten in een professionele carrière in het filmmilieu.

Naar aanleiding van de éénmalige vertoning van Fullers oorlogsfilm ‘The Big Red One’ (1980) in Cinema Zuid op vrijdag 4 september hadden we een ontmoeting met de voormalige perschef van het Rex-concern en Excelsior Films.

Belgische filmaffiche voor 'The Big Red One'

Belgische filmaffiche voor ‘The Big Red One’

 

Fascinatie voor het oeuvre van een Hollywood-maverick

Magiels zag voor het eerst een Fuller-film toen hij een jaar of 12 was. In ‘Run of the Arrow’ (1957) redt een man een kind uit het moeras om er dan zelf in te verdrinken. Een scène die op de jonge filmfan een onvergetelijke indruk maakte. Maar het was pas na het zien van ‘Shock Corridor’ (1963) dat Magiels zich meer en meer ging verdiepen in leven en werk van Fuller. Ondertussen heeft hij al zijn films op video of dvd (met uitzondering van ‘Les Voleurs de la Nuit’ uit 1984, nooit uitgebracht in België), terwijl zijn bibliotheekkast uitpuilt met tientallen boeken van en over Sam Fuller.
Vanwaar zijn fascinatie voor de films van Fuller? ‘Vanwege het realisme en het feit dat er geen helden zijn in de films van Fuller. Hij verheerlijkt niet. Het zijn gewone mensen die in abnormale omstandigheden verzeild geraken. Fuller wou ook geen compromissen sluiten. Reeds in de jaren ’50 kreeg hij de kans om ‘The Big Red One’ te maken op voorwaarde dat John Wayne de hoofdrol zou spelen, maar Fuller weigerde. Hij wou geen ‘held’ als hoofdpersonage’.

Fuller realiseert zijn droomproject

Eind jaren ‘70 is de carrière van Fuller zo goed als afgelopen. Hij geniet van de waardering die zijn films krijgen in Europa. In Frankrijk wordt de ‘cinéaste maudit’ op gelijke voet met een John Ford geplaatst. Voor de Duitse ARD regisseert hij een aflevering van ‘Tatort’ en Wim Wenders geeft hem een rolletje in ‘Der amerikanische Freund’ (1977). Niets lijkt erop te wijzen dat Hollywood nog wil investeren in een regisseur die bijna 70 jaar is. Zeker niet in een duur project over de belevenissen van Fuller als lid van de Amerikaanse stoottroepen bij de herovering van het Europese vasteland op de Nazi’s.

Gene Corman (broer van Roger) en Lorimar (vooral bekend van het produceren van tv-series als ‘The Waltons’ en ‘Dallas’) geloven wel in het potentieel van het project en leggen het nodige geld op tafel.
Lee Marvin (een atypische held) krijgt de hoofdrol van de sergeant die de ‘Big Red One’-divisie leidt van de landingen in Noord-Afrika, Sicilië en Normandië tot in België en Tsjecho-Slowakije. Jongeren als Mark Hamill (jawel Luke Skywalker), Robert Carradine, Kelly Ward en Bobby Di Ciico vervolledigen de cast. De opnames vinden plaats in Jeruzalem en Ierland (als stand-in voor België).

Fuller stelt de afgewerkte film in wereldpremière voor op het festival van Cannes in mei 1980. ‘The Big Red One’ is er door de festivaldirectie opgenomen in de officiële competitie. Fuller moet het opnemen tegen andere oude knarren als Akira Kurosowa (‘Kagemusha’), Alain Resnais (‘Mon Oncle d’Amerique’) en Federico Fellini (‘Città delle Donne’). Er is heel wat internationale belangstelling voor de film, maar een prijs winnen op het festival zit er niet in.

De Belgische filmdistributeur Excelsior – Filimpex (de distributietak van het Antwerpse Rex-concern van Georges Heylen) weet zich op dat moment al verzekerd van de distributierechten in ons land. Jean Zeguers (secretaris-generaal van het Rex-concern) herinnert zich hoe de deal in elkaar zat: ‘Onze banden met Lorimar bestonden al enkele jaren en dit dankzij het feit dat wij de verkoopdirecteur van Lorimar al lang kenden. Dat was Bobby Meyers die in de jaren ’60-‘70 directeur was van Columbia Films hier in België. Eerder hadden wij ook al de films ‘The Choirboys’ (1977, Robert Aldrich) en ‘Who is killing the great chefs of Europe’ (1978, Ted Kotcheff) bij hem aangekocht.’

Ook aanwezig op het festival van Cannes is Willy Magiels. Op dat moment werkt hij nog als freelancer voor Heylen (enkele maanden later zou hij vast in dienst treden als perschef, een job die hij blijft uitoefenen tot het faillissement van de Heylen-groep in september 1993). Magiels komt op de Croisette in contact met producer Gene Corman en via zijn bemiddeling even later ook met Sam Fuller. Wat eerst een korte ontmoeting zou worden, draait uit op een gesprek van een halve dag. Fuller vertelt honderduit over zijn jongste film, zijn ervaringen in Hollywood en hoe moeilijk het is voor hem om te werken in het studiosysteem. Hij is opgelucht dat zijn droomproject uiteindelijk gerealiseerd is, maar hier en daar laat hij toch al doorschemeren dat het niet helemaal de film is geworden die hij voor ogen had. Fuller spreekt van een film die meer dan dubbel zo lang duurt dan de versie voorgesteld te Cannes (113 minuten). Lorimar ziet echter weinig kansen voor zo’n lange film en snoeit hard in de versie van Fuller.

Weekblad Cinema

Publiciteit voor ‘The Big Red One’ op de covers van de vakbladen ‘Weekblad Cinema’ (30/04/’80) en ‘Ciné Presse’ (juli/augustus 1980)

 

Fuller in Antwerpen: Bloody Mary’s en Havana-sigaren

Magiels weet Sam Fuller te overtuigen om eind juni 1980 naar België te komen om ‘The Big Red One’ te promoten bij pers en publiek. Op vier dagen tijd praat Fuller met een dertigtal journalisten. Tijdens premières in Antwerpen, Brussel, Gent en Brugge wordt hij op scène aan de kijkers voorgesteld. Magiels heeft alleen maar mooie herinneringen aan het bezoek. ‘Fuller woonde toen in Frankrijk en kwam met alle plezier naar België. Hij vroeg er geen cent voor. Bedoeling was vooral om zijn film aan zo veel mogelijk mensen kenbaar te maken. Eens Fuller begon te praten, was er geen stoppen aan.’

Of hij toch geen speciale eisen had? ‘Geen water op de persconferentie, enkel Bloody Mary’. En als afscheid kreeg hij een kistje Havana-sigaren mee. Sigaren die hij niet mocht invoeren in Amerika (wegens de boycot van Cubaanse producten). ‘Als ze me ooit tegenhouden aan de douane met het kistje rook ik ze één voor één op in het bijzijn van de douaniers’, zei hij aan Magiels.

Samuel Fuller tussen Jean Zeguers (links) en Willy Magiels (rechts)

Samuel Fuller tussen Jean Zeguers (links) en Willy Magiels (rechts)

 

‘The Big Red One’ krijgt zijn Belgische première op 4 juli in Antwerpen. Dat dit in Ciné Rubens gebeurt, is niet echt een verrassing. De zaal heeft op dat moment al een reputatie als het om oorlogsfilms gaat. Titels als ‘The Longest Day’, ‘Midway’, ‘Cross of Iron’ en ‘A Bridge too Far’ werden allen voorgesteld op het ‘grootste scherm van België’. Opmerkelijk was wel dat de film tegelijkertijd in première ging in de Berchem Palace (Grote Steenweg). Deze zaal, ook uitgebaat door het Rex-concern, had het toen al een tijdje moeilijk. Heylen probeerde met het programmeren van premièrefilms van het eigen Excelsior-label de cinema nog op te waarderen. Zonder al te veel resultaat. De Palace sluit op 30 juni 1983, tien jaar voor het faillissement van het Rex-concern.

AUB

AUB nummer 775 (04/07/1980)

 

In Brussel gaat de film een week na Antwerpen in première in drie zalen (ondermeer in de grote Eldorado-zaal, nu UGC de Brouckère). Met succes, want in de Brusselse box office staat ‘The Big Red One’ na de premièreweek op een tweede plaats (weliswaar ver na ‘Les Sous-Doués’ van Claude Zidi, ook een Excelsior-film en toen de grote zomerhit in Frankrijk en België). Volgens het vakblad ‘Ciné Presse’ bedroeg de Brusselse recette in die eerste week 176.000 Belgische frank (ongeveer 4.360 euro).

Magiels zal Sam Fuller daarna nog twee keer ontmoeten. Een eerste keer op de Antwerpse Boekenbeurs in 1981. Fuller stelt er zijn roman ‘Het Geweer’ voor. Vreemd genoeg is de Nederlandstalige versie ook meteen de eerste gedrukte versie van het boek. Volgens Fuller was er in Amerika weinig interesse voor gezien het gevoelige thema (een Vietnamese jongen helpt een Amerikaanse patrouille bij het bevrijden van een piloot uit de handen van de Vietcong). Uitgever Walter Soethoudt (net als Fuller een maverick, maar dan in de uitgeverswereld) kent Fuller al jaren en geeft het boek een kans.

Een laatste ontmoeting volgt in 1985 wanneer het Antwerps filmfestival ‘Les Voleurs de la Nuit’ programmeert. Fuller brengt de ganse dag door in Antwerpen voor persbabbels. Veel zoden aan de dijk brengt het niet. De film krijgt nooit een Belgische release en flopt ook elders grandioos.

Belgische publiciteitsfolder voor bioscoopuitbaters

Belgische publiciteitsfolder voor bioscoopuitbaters

 

‘The Big Red One’ in Cinema Zuid

De versie van ‘The Big Red One’ die op 4 september door Cinema Zuid wordt vertoond, is ‘the reconstruction’-versie uit 2005. Fuller heeft die release zelf niet meer mogen meemaken (hij stierf in 1997). Het was Richard Schickel, filmhistoricus en voormalig recensent van Time-magazine, die in 2002 in de archieven van Warner Bros verschillende dozen met negatieven van ‘The Big Red One’ terugvond. De prent was bij Warner terechtgekomen na het faillissement van Lorimar. Schickel slaagde erin om met die negatieven en het originele script van Fuller een versie af te leveren die min of meer in de buurt kwam van de film die Fuller oorspronkelijk in gedachten had. Ivo De Kock verwoordt het in het maandblad ‘Film en Televisie’ (nu ‘Filmmagie’) van september 2005 als volgt: ‘Met 156 minuten blijven we ver van Fullers versie maar wordt het wel duidelijker waarom de cineast dit epos zag als zijn meesterwerk én als de som van al zijn oorlogsfilms’.
Ook Willy Magiels vindt deze versie merkelijk beter dan het origineel. ‘Alles wordt veel dieper uitgewerkt, personages worden veel duidelijker geschetst, bepaalde scènes krijgen meer tijd …’.

De vertoning in Cinema Zuid is dan ook een unieke gelegenheid om ‘The Big Red One’ nog eens in de meest ideale omstandigheden te zien. Niet te missen!

Dank aan Willy Magiels voor de warme ontvangst bij hem thuis en dank ook aan Jean Zeguers voor het ter beschikking stellen van de bijgevoegde foto.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: